De islamitische geloofsleer heeft twee belangrijke grondslagen. Deze grondslagen zijn als een formule samengevat in de volgende twee zinnen: ‘La ilaheillallah. Muhammedunresulullah.’ Oftewel: ‘Er is geen god behalve Allah. Mohammed is Zijn boodschapper.’ Meerdere godsdiensten geloven in één god, maar de tweede zin van deze formule is wat de islam onderscheidt van de rest.
Je mag jezelf moslim noemen wanneer je de hierboven genoemde basisleer eigen hebt gemaakt. Oftewel, je bent moslim als je zegt: ‘Er is geen god behalve Allah en Mohammed is Zijn profeet.’
Het islamitische geloof wordt kort samengevat met de volgende twee zinnen: ‘Er is geen god behalve Allah. Mohammed is Zijn boodschapper.’ Iemand die deze twee grondslagen eigen heeft gemaakt, is moslim geworden. Naar deze manier van het uitdragen van het geloof wordt verwezen met het woord ‘idjmali’, dat ‘beknopt’ betekent.
Naast deze twee grondslagen zijn er ook nog een aantal andere onderwerpen waarin een moslim dient te geloven, zoals de engelen, de heilige boeken, de profeten, het Hiernamaals en het lot. Deze gedetailleerde manier van het geloven wordt aangeduid met het woord ‘tafsili’, wat letterlijk ‘gedetailleerd’ betekent.